Financiën

Grondslagen PB 2026

Hieronder geven we de financiële kaders weer, waarbinnen de Programmabegroting 2025 is opgesteld.

Indexeringen
Het prijspeil in Nederland ligt niet vast. Loon- en prijsstijgingen hebben invloed op de koopkracht van de gemeente. Vandaar dat de gemeente daarop anticipeert en door middel van prognoses probeert de loon- en prijsstijging in de komende begroting te verdisconteren. We maken onderscheid tussen lonen en loonkosten, materiële kosten en subsidies. Deze loon- en prijsindexatie vindt plaats in de Voorjaarsnota.
Medio 2025 is de nieuwe Cao gemeenteambtenaren afgesloten op basis hiervan is de loonontwikkeling van 2026 geraamd.
Voor de materiële kosten wordt uit de Macro-Economische Verkenningen de geprognosticeerde prijs voor de materiële overheidsconsumptie (IMOC) als basis genomen. Dit was in 2023 nog en verzamelcijfer van Grond- Weg- en Waterbouw, de bouwindex en de IMOC, maar vanaf 2024 is hiervoor alleen de IMOC in de plaats gekomen.
De basis voor de indexatie van de subsidies is een combinatie van de loonvoet sector overheid en de materiële index.  
Tenslotte worden ook de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting, heffingen en leges geprognosticeerd. Het indexcijfers dat hiervoor wordt gebruikt is een combinatie van de loonkosten van de gemeente en de materiële index.  
Wij hebben de onderstaande percentages gehanteerd:

Omschrijving

Indexatie

Basis

Loonkosten

2,0%

Cao-akkoord lagere overheden

Materiële kosten IMOC/GWW/Bouwindex

2,7%

IMOC percentage CPB circulaire

Subsidiebudgetten/verbonden partijen budgetten

4,1%

70% loonvoet sector overheid en 30% IMOC

Belastingen en heffingen   

2,2%

70% loonkosten Utrecht en 30% IMOC

Omslagrente
Gemeenten financieren doorgaans niet per investering maar doen dit op totaalniveau. Dit wordt concernfinanciering genoemd. Het gevolg van concernfinanciering is dat er geen directe relatie meer is tussen financiering en een betreffende investering. Om de met financiering gepaard gaande rentelasten toch aan investeringen toe te rekenen passen gemeenten omslagrente toe. Daarbij worden de totale rentelasten aan investeringen (activa) toegerekend op basis van hun boekwaarde. Zowel het jaarlijks bepalen van de omslagrente als het toerekenen van de rentelasten aan investeringen vindt plaats op basis van richtlijnen van de Commissie BBV. Aan de hand van deze richtlijnen zijn bij de Voorjaarsnota 2025 meerjarige doorrekeningen gemaakt waarbij rekening is gehouden met de opgelopen renteniveau’s voor zowel kortlopende als langlopende financiering. Die renteniveaus hebben zowel invloed op toekomstige aanvullend op te nemen financiering als op herfinancieringen. Uit die doorrekeningen kwam naar voren dat het omslagpercentage vooralsnog gehandhaafd kan blijven op 2,0%.

Gemeentefonds
De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2025 met geactualiseerde waarden van maatstaven. Daarnaast zijn er een aantal bijstellingen op de verwachte inkomsten gedaan zoals een reservering voor prijscompensatie en een correctie i.v.m. verwachte ontwikkeling uitkeringsbasis.

Ontwikkelingen inwoners en woningen
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering gemeentefonds. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van bijvoorbeeld de opbrengst onroerendezaakbelastingen. Ze worden ook gebruikt in de berekening van de benodigde maatschappelijke voorzieningen in het kader van de groei van de stad.

Omschrijving

2026

2031

Inwoners

379.036

402.384

Omschrijving

2025-2029

2030-2034

2035-2039

Woningen

15.416

21.557

15.858

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 13:18:55 met de export van 09/18/2025 09:06:47