Actualisatie Financieel Beeld 2026
Deze programmabegroting is een uitwerking van de Voorjaarsnota 2025 en bevat onder andere per programma de doelen, ambities, de baten en lasten. Hierdoor geeft de Programmabegroting 2026 een totaalbeeld van wat de gemeente Utrecht de komende jaren wil gaan doen.
Daarnaast is een aantal actuele ontwikkelingen opgenomen die nog niet verwerkt waren in de Voorjaarsnota 2025, zoals de Meicirculaire van het gemeentefonds en een aantal zaken uit de Tweede Bestuursrapportage 2025 die structureel doorwerken naar de komende jaren. Bij de vaststelling van de Voorjaarsnota 2025 is een aantal amendementen en moties aangenomen. Deze zijn verwerkt in het geactualiseerde financieel beeld van de Voorjaarsnota 2025 en ook tevens financieel uitgewerkt in deze Programmabegroting 2026.
Geactualiseerd financieel beeld na Voorjaarsnota 2025
Tabel geactualiseerd financieel beeld Voorjaarsnota 2025 | |||||
---|---|---|---|---|---|
x € 1.000 | |||||
Financieel beeld 2025-2029 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | Structureel |
Eindsaldo Voorjaarsnota 2025 | - | - | - | - | - |
Actualisatie | |||||
A. Meicirculaire 2025 | 16.000 | 16.600 | 200 | 1.800 | 1.800 |
B. Eigen bijdrage Jeugd | - | - | 4.400 | 4.400 | 4.400 |
C. Structurele doorwerking majeure ontwikkelingen Tweede Bestuursrapportage en overige ontwikkelingen: | -14.043 | -10.600 | -5.600 | -5.600 | -5.600 |
C1. Indexering | -1.800 | -1.800 | -1.800 | -1.800 | -1.800 |
C2. Voorzieningen | -3.800 | -3.800 | -3.800 | -3.800 | -3.800 |
C3. Werk & Inkomen | -7.000 | -5.000 | - | - | - |
C4. Evenementenleges | -638 | - | - | - | - |
C5. Nota WAAVA | -630 | - | - | - | - |
C6. Zwarteplein | -175 | - | - | - | - |
D. Moties en amendementen | - | - | - | - | - |
Begroting 2026 | 1.957 | 6.000 | -1.000 | 600 | 600 |
E. Storting / onttrekking algemene dekkingsreserve | -1.957 | -6.000 | 1.000 | -600 | -600 |
Totaal Programmabegroting 2026 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Actualisatie
A. Meicirculaire 2025
De meicirculaire verschijnt doorgaans nadat uw Raad de Voorjaarsnota 2025 heeft ontvangen. De programmabegroting 2026 is hiermee aangepast conform de Raadsbrief meicirculaire gemeentefonds 2025. Onze inkomsten uit het gemeentefonds veranderen door:
- Een opwaartse bijstelling van de prijscompensatie in het gemeentefonds, dit levert in 2026 ruim € 12 miljoen op;
- Een afname van de ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds, hierdoor krijgen we structureel € 1,1 miljoen minder; ;
- De actualisatie van de landelijke maatstaven. Dat heeft een positieve impact op onze inkomsten van ongeveer € 5 miljoen structureel;
- Het doorvoeren van een extra korting op het jeugdbudget vanaf 2028 welke negatief uitpakt voor onze financiën. Dit kost vanaf 2027 ruim € 14 miljoen.
Per saldo leidt dit tot extra budgettaire ruimte in de jaren tot en met 2027. Voor 2028 en volgende jaren verdampt de extra financiële ruimte weer naar nul.
Naar aanleiding van de meicirculaire handhaven we onze veronderstelling dat er over 2023 en 2024 nog een nabetaling gaat komen ten aanzien van het jeugddossier door het Rijk. Daar zijn harde toezeggingen over gedaan door onze (inmiddels demissionaire) premier. Mochten die toezeggingen niet gestand worden gedaan, heeft de VNG aangekondigd een rechtszaak te willen starten tegen het Rijk hierover. We gaan er dus van uit dat vroeg of laat deze middelen gaan komen. Dat is anders ten aanzien van de middelen voor jeugd voor de jaren 2028 en verder. Daar waar er eerder signalen waren van het Rijk dat er structureel geld in het gemeentefonds bij zou komen voor jeugd, staan daar vanaf 2028 even grote kortingen tegenover, waardoor het financiële effect per saldo nul is. Met andere woorden: we krijgen incidenteel (2026 en 2027) extra geld voor jeugd in die jaren erna niet meer.
B. Eigen bijdrage Jeugd
In de meicirculaire 2025 zijn extra inkomsten Jeugd (Van Ark-middelen) opgenomen. Daar tegenover staan vanaf 2028 extra bezuinigingen op Jeugd die even hoog zijn als de extra middelen voor jeugd. De bezuinigingen bestaan uit een indexering van de hervormingsagenda jeugd. Dat betreft maatregelen die wij in Utrecht al eerder geïmplementeerd hebben. Dat levert voor ons in de toekomst geen extra besparing meer op waar we de korting van het Rijk op het gemeentefonds mee kunnen compenseren. Daarnaast is er een korting doorgevoerd vanwege de mogelijkheid voor gemeenten om vanaf 2028 een ‘eigen bijdrage’ te innen bij degenen die een beroep doen op de jeugdhulp. Deze bezuinigingen op het gemeentefonds zijn meegenomen in de Raadsbrief meicirculaire en verwerkt in het programma Algemene Dekkingsmiddelen. De hogere baten als gevolg van de eigen bijdrage zijn vanaf 2028 opgenomen in het programma Kansrijk opgroeien. Voor de gemeente Utrecht betreft dit een bedrag van 4,4 miljoen euro. Het is onzeker of deze eigen bijdrage daadwerkelijk wordt ingevoerd. Met de val van het kabinet is dit nog onzekerder geworden. Het is ook nog onzeker wat de daadwerkelijke gerealiseerde omvang van de eigen bijdrage na invoering zal zijn. Inhoudelijk vinden wij een eigen bijdrage niet wenselijk omdat dit ertoe kan leiden dat kinderen en gezinnen (in een kwetsbare situatie) jeugdhulp nodig hebben, maar niet krijgen waardoor problematiek verergert met hogere (maatschappelijke) kosten.
C. Structurele doorwerking majeure ontwikkelingen Tweede Bestuursrapportage en overige ontwikkelingen
Bij het opstellen van de Tweede Bestuursrapportage 2025 zien we een aantal ontwikkelingen die een structurele doorwerking hebben naar de komende jaren. Die structurele ontwikkelingen hebben we meegenomen in onze Programmabegroting 2026. Het betreft:
Voor de indexering is per saldo € 1,8 miljoen extra nodig. Een van de oorzaken hiervan is dat de recent afgesloten CAO voor gemeenteambtenaren de gemeente Utrecht harder raakt dan eerder bij de Voorjaarsnota voorzien. Dit gaat over een extra vergoeding voor onregelmatig werk. Deze afspraak geldt voor een groot aantal ambtenaren, zoals badmeesters en boa’s.
- Voor de indexering is per saldo € 1,8 miljoen extra nodig. Een van de oorzaken hiervan is dat de recent afgesloten CAO voor gemeenteambtenaren de gemeente Utrecht harder raakt dan eerder bij de Voorjaarsnota voorzien. Dit gaat over een extra vergoeding voor onregelmatig werk. Deze afspraak geldt voor een groot aantal ambtenaren, zoals badmeesters en boa’s.
- De stortingen in de onderhoudsvoorzieningen bij Sport, Vastgoed en Mobiliteit zijn structureel te laag, wat op termijn leidt tot negatieve voorzieningen. Dat is niet toegestaan op grond van de gemeentelijke boekhoudregels. Dit betekent dat we de stortingen structureel met 3,8 miljoen euro per jaar moeten verhogen om negatieve voorzieningen te voorkomen.
- Er is een structureel nadeel op de BUIG-budgetten (bijstand) van 7 miljoen euro. Dit bedrag is wel nog met de nodige onzekerheden omgeven. Als dit een landelijke trend blijkt, zal het macrobudget namelijk verhoogd worden. Bovendien zal een hogere uitstroom ook leiden tot een kleiner nadeel. Het college wil uiteraard nog meer inzetten op een hogere uitstroom, rekening houdend met het feit dat ook de gemeente Utrecht een zogenaamd granieten bestand kent. Om die hogere uitstroom te bereiken, is extra inzet en extra tijd nodig. Daarom is in de programmabegroting incidenteel 7 miljoen euro opgenomen voor 2026 en 5 miljoen euro incidenteel voor 2027. De verwachting is dat met de extra inzet op uitstroom en de toekomstige ontwikkeling van het BUIG-budget deze extra bijdragen vanaf 2028 niet meer nodig zijn.
- Om te voorkomen dat de evenementenleges te veel verhoogd moeten worden, waarbij het risico is dat er minder evenementen georganiseerd worden in Utrecht, is 0,638 miljoen euro uitgetrokken om de kosten af te dekken die niet door een verhoging van de evenementenleges verhaald kunnen worden.
- De uitvoering van de nieuwe Nota Activeren en Waarderen (Waava) brengt ook nieuwe uitvoeringskosten met zich mee in het kader van circulariteit en het rekening houden met en bepalen van de restwaardes van investeringen. Hiervoor is incidenteel 0,630 miljoen euro beschikbaar gesteld.
- Tot slot is ook conform de wensen van uw Raad, voor de herinrichting van het Zwarteplein 0,175 miljoen euro uitgetrokken.
D. Moties en amendementen Voorjaarsnota 2025
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2025 zijn 5 amendementen en 25 moties aangenomen. Alle amendementen zijn conform het genomen besluit verwerkt bij deze programmabegroting.
De aangenomen moties zal ons College binnen de uitvoering van het beleid afwegen en, indien mogelijk, nader uitwerken.
E. Algemene dekkingsreserve
Het saldo dat dan nog resteert, wordt zoals te doen gebruikelijk, verrekend met de algemene dekkingsreserve. Dat betekent dat er in 2026, 2027 en 2029 (en later) een bedrag gestort wordt in de algemene dekkingsreserve, terwijl er in 2028 een bedrag onttrokken wordt. Bijkomend neveneffect hiervan is dat hierdoor onze reservepositie verstevigd wordt, wat een positieve impact heeft op onze solvabiliteitsratio. Dat is ook noodzakelijk, want rekening houdend met het saldo van de tweede bestuursrapportage (dat negatief is) komt de algemene dekkingsreserve in 2026 al negatief te staan, evenals in de jaren 2028 en 2029.
Investeringen
Door een aantal factoren zijn de kapitaallasten van investeringen die bij de begroting zijn ingeschat, bij de jaarrekening lager dan geraamd. Voor de Voorjaarsnota 2025 is hier rekening mee gehouden: er is structureel 4,1 miljoen euro minder ingeboekt om hiermee rekening te houden. Ondanks een motie die hierover in de Eerste Kamer is ingediend, staat onze provinciale toezichthouder hier echter geen generieke stelpost voor toe. Dat mag wel als die stelpost verdeeld wordt over de begrotingsprogramma’s. Met deze begroting hebben we het bedrag van 4,1 miljoen euro verdeeld over de programma’s.