Hoofdlijn

Hoofdlijn

Utrecht houdt koers: stabiele financiën, barmhartige keuzes
"Utrecht is een stad om van te houden. De stad beweegt: er wordt gebouwd, gewerkt en geleefd. Het gaat goed met veel inwoners. Maar er zijn ook Utrechters die moeite hebben om mee te komen in de maatschappij."
Dit waren de eerste zinnen van het coalitieakkoord waar het huidige college op 1 juni 2022 mee aan de slag is gegaan. De prioriteit van dit college ligt vanaf het begin op de groeiende ongelijkheid in de stad. Er is dit college veel aan gelegen om een extra stap te zetten voor Utrechters die een steun in de rug nodig hebben. Juist in een succesvolle stad als Utrecht laten we mensen niet vallen.
Voor dit college was ook de woningnood reden voor stevig ingrijpen. We gingen van woningbouwbeleid naar volkshuisvestigingsbeleid; de focus verplaatste zich naar zorgen voor voldoende en betaalbare woningen voor alle Utrechters. Tot slot was en is het vijf voor twaalf voor het klimaat en koos dit college voor stevige maatregelen om een bijdrage te leveren aan het aanpakken van de klimaatcrisis.
Op deze en vele andere thema's die leven in de stad is er de afgelopen jaren veel gebeurd. Een kleine opsomming: de leegstand in Utrecht is met maar liefst 20 procent gedaald, 60 procent van de Utrechtse huizen valt onder verkoopbescherming en er is een grote stap gezet naar 75.000 nieuwe woningen in Groot Merwede. De wachtlijst van Hulp bij Huishouden is van 1,5 jaar naar 0 gegaan, 15 Utrechtse scholen verstrekken gratis schoollunches, de positie van Mbo'ers is stevig verbeterd en de schuldenlast van Utrechters is gehalveerd. De milieuzone is uitgebreid voor schonere lucht, het windpark Rijnenburg is een stap dichterbij en maar liefst 15.000 Utrechters kregen een gratis energiebox. Dit is slechts een kleine greep wat er in Utrecht, samen met inwoners, ondernemers en studenten, de afgelopen jaren is gerealiseerd. En dit is iets waar we trots op zijn.
Er is echter ook een andere werkelijkheid waar we ons voor gesteld zagen en zien. Die van Covid, oorlogen en conflicten op ons continent, schuivende panelen op het geo-politieke wereldtoneel, een instabiele Haagse politieke situatie, een rap dalend vertrouwen van burgers in de politiek en in de overheid, toenemende polarisatie en de collectieve verantwoordelijkheid om te zorgen voor een veilige omgeving voor meisjes en vrouwen in alle situaties. En natuurlijk de lastige financiële situatie waarin alle Nederlandse gemeenten zich bevinden.
De overheid, helemaal de gemeentelijke overheid, is een spiegel van de samenleving. We hebben ons daarom altijd te verhouden tot actuele ontwikkelingen binnen en buiten onze gemeente. Dit hebben we de afgelopen jaren dan ook gedaan volgens de drie pijlers van ons beleid en bestuur: stabiel, pragmatisch en barmhartig. Zo zijn we nooit weggelopen van gesprekken met het kabinet. We geloven in nauwe samenwerking van gemeenten met de Rijksoverheid. Echter, als diezelfde Rijksoverheid de humanitaire ondergrens bereikt - zoals gebeurde met voorstellen op het gebied van asiel en opvang - dan trekken wij onze eigen grens. Utrecht zal altijd een humaan vluchtelingenbeleid voeren. Stabiliteit hebben we betracht onder andere in ons financiële beleid. Vrij snel na het uitkomen van het coalitieakkoord werd duidelijk dat financiële ontwikkelingen ons manen tot realisme en het bijstellen van al te grote ambities. Utrecht heeft hierdoor steeds een sluitende begroting gepresenteerd en is kunnen blijven investeren in de stad. Niet alleen in de belangrijke prioriteiten, maar ook in ontwikkelingen die onze stad nog leefbaarder en levendiger maken: in groen en in de openbare ruimte, in cultuur en in sport.
We hebben echter ook geconstateerd dat (geo-)politieke ontwikkelingen grote impact hebben op de inwoners van onze stad. Ook in Utrecht komen mensen tegenover elkaar te staan. Ook in Utrecht daalt het vertrouwen in de overheid. Ook in Utrecht twijfelen mensen aan het recht op demonstratie. Een toename van polarisatie en wantrouwen vraagt nu en in de komende jaren veel aandacht van het stadsbestuur, de gemeenteraad, maar ook van alle inwoners van Utrecht. Want het enige antwoord op verwijdering, verharding en verlies van vertrouwen is zachtheid en eerlijkheid. Dat we naast elkaar blijven staan, ondanks onze verschillen. Dat we van mening mogen verschillen en dat dit onze grootste kracht is.
Utrecht is een stad om van te houden. De stad beweegt: er wordt gebouwd, gewerkt en geleefd. Het gaat goed met veel inwoners. Laten we samen zorgen dat we dit ook de komende jaren kunnen blijven zeggen.

Financieel beeld

De huidige instabiele politieke situatie in Den Haag maakt het dit jaar lastiger om realistisch te begroten. Toch is het ook dit jaar weer gelukt om voor 2026 en 2027 een structureel sluitende programmabegroting te presenteren. Vanwege Rijksbeleid laten 2028 en 2029 wel een structureel tekort zien. Er is voor de komende twee jaren extra geld, maar vanaf 2028 niet meer. Hierdoor is het zogenaamde financiële ravijn verplaatst naar 2028 en volgende jaren. Het begrotingssaldo zelf, dus alle structurele en incidentele baten versus alle structurele en incidentele lasten, is in de eerste twee jaren van de meerjarenbegroting én vanaf 2029 ook positief.
De gemeente Utrecht heeft dus een goede financiële positie. De financiën zijn op orde. Maar hoewel de reserves nog goed zijn, staan deze wel onder druk. Het is dus zaak om de komende jaren een stabiele reservepositie te behouden. We beschikken over voldoende weerstandsvermogen en onze schuldquote bevindt zich binnen de gewenste bandbreedte. Het is zeer belangrijk dat we de komende jaren nog voldoende kunnen investeren voor de groeiende stad. De lokale lastendruk van de gemeente Utrecht ligt iets boven het gemiddelde van Nederland, maar past bij het voorzieningenniveau van onze mooie historische stad.
Toch zijn er blijvende zorgpunten: de bezuinigingen zijn weliswaar ingeboekt, maar moeten nog wel gerealiseerd worden. Het is goed om een financiële buffer achter de hand te hebben, mochten zich de komende jaren nog financiële tegenvallers voordoen. Bij de presentatie van de voorjaarsnota van het Rijk konden we nog voorzichtig optimistisch zijn dat de luide roep van gemeenten in Nederland werd gehoord. Vanwege de val van het kabinet en de aankomende Tweede Kamerverkiezingen is het echter nog onzeker of de toezeggingen van het inmiddels demissionaire kabinet uiteindelijk landen in de begroting. Gemeenten zullen het demissionaire kabinet natuurlijk houden aan hun afspraken en wijzen op hun verantwoordelijkheid om voor gemeenten een stabiele en betrouwbare partner te zijn. We moeten op elkaar kunnen rekenen, helemaal gezien de huidige geopolitieke situatie welke ook doordringt en -klinkt in onze gemeenschappen. Feit is echter ook dat de nieuwe raad en het nieuwe college, bij ongewijzigd rijksbeleid, geconfronteerd worden met een structurele uitdaging vanaf 2028. We zullen dus verstandig moeten omgaan met onze financiën. Dat geldt ook voor onze reserves. Dat zijn we ook verplicht aan een nieuwe coalitie, die met een goede financiële uitgangspositie van start moet kunnen gaan.

Als gevolg van autonome en onvermijdelijke ontwikkelingen, zoals de september- en decembercirculaire 2024, loon- en prijsontwikkelingen, het achterblijven van de verwachte gemeentefondsuitkering voor de groei van de stad en het uitblijven van passende compensatie van het Rijk voor inburgering was het startsaldo bij de Voorjaarsnota 2025 een structureel tekort van 27,9 miljoen euro.
Hieronder zijn twee grafieken opgenomen met de baten en lasten. In de ene grafiek is af te lezen waar het geld vandaan komt en in de tweede grafiek is te zien waar het geld aan uitgegeven wordt. De baten en lasten zijn inclusief de wijzigingen in de reserves.  

Uitdagingen in meerdere opgaven


Asiel en integratie
Hoewel het landelijk wetstraject ten tijde van het opstellen van deze programmabegroting nog niet is afgerond, verwachten we dat een aantal wetten die in de Tweede Kamer zijn aangenomen stevige gevolgen hebben voor vluchtelingen en voor gemeenten om humaan en effectief beleid uit te kunnen blijven voeren. Deze wetten staan ook op gespannen voet met de internationale mensenrechtenverdragen.

De gemeente Utrecht blijft zich, gesteund door verschillende moties van de raad (motie 2024/310 Utrecht staat voor humaan asielbeleid, motie 2025/400 Verzet tegen asielwet), inzetten voor kwalitatief goede asielopvang volgens het Plan Einsteinconcept, voor opvang en begeleiding van ongedocumenteerde mensen en voor de huisvesting van statushouders. We werken -zover mogelijk- niet mee aan maatregelen die leiden tot dakloosheid en strafbaarstelling. Met het aanvullende budget uit de Voorjaarsnota 2025 kunnen we de opvang en begeleiding van ongedocumenteerde mensen voortzetten, net als de tijdige en passende ondersteuning aan inwoners die inburgeringsplichtig zijn.

Goede uitvoering en contact met de stad
Inwoners en ondernemers kunnen rekenen op betrouwbare informatie en dienstverlening. Bij de gemeenteraadsverkiezingen zorgen we dat alle inwoners die mogen stemmen, kunnen stemmen. De nieuwe gemeenteraad gaat werken volgens de nieuwe werkwijze naar aanleiding van het Raadsvoorstel Werkdruk & Werkwijze. De raad spreekt met Utrechters over hoe het contact tussen raad en Utrechters verbeterd kan worden. Met bewoners, ondernemers en organisaties uit de buurt en wijk voeren we de aangescherpte wijkaanpak Samen voor Overvecht en de buurtagenda’s uit. We werken aan meer eigenaarschap voor Utrechters vanuit het programma Samen stad maken. Vanuit de programma’s Buurt en wijkgericht werken en Samen stad maken, werken we aan een cultuurverandering van de organisatie op de gebieden samen stad maken en buurt en wijkgericht werken. We faciliteren initiatieven vanuit het Initiatievenfonds en brengen de maatregelen, uit het uitvoeringsprogramma Samenwerken met jeugd, in praktijk.

Door de hervormingsbezuinigingen en de bezuinigingen uit de Voorjaarsnota 2024 doen we ook activiteiten niet of anders. Het klantcontactcentrum gaat op woensdag- en vrijdagmiddag dicht en dat betekent dat we die middagen niet bereikbaar zijn. Het subsidiebudget van het Initiatievenfonds is verlaagd en daarom is een maximaal totaalbedrag beschikbaar voor aanpassingen aan de openbare ruimte die meer kosten dan €5000. De dienstverlening van wijkbureaus differentiëren we door het af te stemmen op wat een wijk of buurt nodig heeft, wat we daar willen bereiken en welke inzet daarvoor nodig is. Ook vanuit de Utrechtse belangenbehartiging moeten we prioriteren: we kijken per vraagstuk hoe dat wordt opgepakt (inzet en capaciteit) zowel internationaal, nationaal als regionaal.

Groei in balans
Utrecht is een snelgroeiende stad. Aan het begin van deze eeuw had Utrecht 250.000 inwoners. Inmiddels zijn dat er 375.000. Verwacht wordt dat Utrecht in 2029 meer dan 400.000 inwoners heeft. En ook in het volgende decennium verwachten we verdere groei.

De afgelopen jaren stonden in het teken van groei in balans, zodat voorzieningen meegroeien met het aantal inwoners. Deze ambitie staat inmiddels onder druk, vanwege een beperkte haalbaarheid van de uitvoering (door gebrek aan mensen en materialen, netcongestie, complexiteit en stapeling van ambities) en vanwege het feit dat we over minder geld beschikken dan eerder voorzien, met name vanwege bezuinigingen en aanpassing van de gemeentefondssystematiek door het Rijk. Hierdoor is de bekostiging vanuit het groeikader niet meer houdbaar. Ook de begrote parkeerinkomsten staan onder druk.
We doen er alles aan om te zorgen dat de geplande gebiedsontwikkelingen door kunnen blijven gaan, zoals met de Utrechtse Aanpak, oplossingen voor netcongestie en een lobby op de cofinanciering van grote (gebieds)ontwikkelingen. In de Voorjaarsnota 2025 heeft de gemeenteraad besloten over een aantal bijsturingen. Deze hebben betrekking op het groeikader en de parkeerinkomsten, het Meerjarenprogramma Ruimte inclusief de bekostiging van de Merwedelijn en onze aanpak om meer grip te krijgen op de investeringen, in lijn met de motie grip op investeringen.

Netcongestie
De belasting van het elektriciteitsnet in Utrecht nadert een kritische grens. Er is tekort aan capaciteit voor stroomtransport op piekmomenten. Hierdoor is er al een wachtlijst voor stroomaansluitingen voor grootverbruikers en dreigt er een wachtlijst voor kleinverbruikers. Zonder onmiddellijke aanvullende maatregelen komen veel ontwikkelingen tot stilstand, zoals de ontwikkeling van woningen en voorzieningen, de vestiging van bedrijven en verduurzaming. Ook neemt het risico op frequente stroomuitval aanzienlijk toe.  
Om verlies aan inkomsten te voorkomen, ontwikkelingen mogelijk te maken en voorbereidingen te treffen voor grootschalige stroomuitval heeft de gemeenteraad in de Voorjaarsnota 2025 een pakket maatregelen vastgesteld. Deze maatregelen kosten geld, maar voorkomen hogere kosten of lagere inkomsten. Vanwege onzekerheid over de verdere ontwikkeling van netcongestie en over het rijksbeleid om dit landelijke probleem aan te pakken, staan in deze begroting maatregelen voor de komende twee jaar. Hiermee worden wel structurele verplichtingen aangegaan met een incidentele financiële dekking. Dit is een overwogen risico dat deels is verwerkt in het weerstandsvermogen.

Wat doen we in 2026 en verder?

Het college blijft, zoals gezegd, investeren in mensen en op plekken waar dit het hardste nodig is, binnen een financieel solide beleid. Maar wat betekent dit concreet voor 2026 en verder? Hieronder staat een aantal voorbeelden uit deze programma’s binnen de thema’s van het coalitieakkoord 2022-2026.   
Kansengelijkheid
Utrecht wil een stad voor iedereen zijn. Een inclusieve stad waar het voor alle Utrechters goed, veilig en gezond wonen, werken en leven is. We voelen een grote verantwoordelijkheid om ongelijkheid tegen te gaan. Daarom investeren we in mensen en buurten die dit het hardste nodig hebben door middel van het principe Ongelijk Investeren voor Gelijke Kansen. 

  • Samen met de kinderopvang en het onderwijs maken we een aanpak voor jonge kinderen die een extra ondersteuningsvraag hebben. Met als doel de doorstroom te verbeteren van de dagbehandeling naar onderwijs en de vraag naar dagbehandeling te verkleinen. 
  • We starten met de uitvoering van de nieuwe beleidsnota onderwijshuisvesting 2026-2041. Concreet werken we in 2026 aan optimaliseren van het gebruik van schoolgebouwen, stimuleren we multifunctioneel en meervoudig ruimtegebruik in schoolgebouwen en zetten we eerste stappen naar inclusieve onderwijshuisvesting. 
  • We implementeren Basiswerkdienstverlening en Werkdienstverlening-Plus voor de specifieke doelgroepen om hen stappen richting werk te laten maken.
  • We werken aan een toekomstbestendig werkontwikkelbedrijf.
  • Om de vaccinatiegraad te verhogen richten we onze aanpak specifiek op wijken en doelgroepen waar de vaccinatiegraad het laagst is en het risico op ziekteverspreiding het grootst.
  • Op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid leggen we de focus op Utrechters bij wie

en bij wijken en buurten waar de veiligheidsproblematiek het meest urgent is, zoals onder het Bollendak. We hebben vier prioriteiten: veiliger wijken, het tegengaan van excessen door maatschappelijke onrust, het tegengaan van ontwrichtende effecten van druggerelateerde criminaliteit en het vergroten van digitale veiligheid en online weerbaarheid.

  • In 2026 blijven we werken aan een inclusieve stad door handelingsperspectief te bieden om sociale ongelijkheid tegen te gaan, bewustwording te vergroten over het belang van mensenrechten en over de migratiegeschiedenissen in onze stad. Ook hebben we extra aandacht voor het tegengaan van polarisatie in onze stad, en de rol van de onlinewereld hierin.

Aanpakken woningnood

Het tempo van de woningbouw is lager dan we willen. Door autonome ontwikkelingen is het ook steeds lastiger om al onze ambities te realiseren. Dit gaat onder meer over veranderde marktomstandigheden door hogere kosten van grondstoffen en gestegen rentelasten en arbeidsmarkttekorten maken het investeringsklimaat onzekerder. Daarnaast zorgt netcongestie voor onzekerheid en vertraging in projecten. Maar juist in deze tijd met grote tekorten aan woonruimte halen we alles uit de kast om deze schaarste aan te pakken.

  • Hierbij richten we ons op het aanjagen van de nieuwbouw en het beter benutten van de bestaande voorraad.
  • Tegelijkertijd zorgen we ervoor dat we een stevige basis leggen voor de toekomst. Hiervoor zetten we de stap van woningmarkt naar volkshuisvesting. Door middel van de Utrechtse Aanpak hebben we maatregelen genomen om de woningmarkt op gang te houden en gebiedsontwikkelingen doorgang te laten vinden.
  • We werken aan de stad met als uitgangspunt groei in balans en vanuit de visie dat we een 10-minutenstad ontwikkelen. Hiervoor is in het coalitieakkoord een omvangrijk investeringspakket samengesteld. Omdat er minder geld beschikbaar is, kunnen we niet op alle plekken, op elk moment, in ieder gebied al onze beleidswensen uit de RSU realiseren. We moeten daarom helaas concessies doen.

Tegengaan klimaatcrisis

  • Wij werken aan een duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar energiesysteem van en voor iedereen om zo minder afhankelijk te worden van anderen voor onze energievoorziening. Dit doen we door zoveel mogelijk verschillende duurzame bronnen te benutten, door inwoners en ondernemers te helpen met energie besparen en de infrastructuur klaar te maken voor duurzame energie.
  • We werken de acties tegen Netcongestie verder uit.
  • In 2026 versnellen we de vergroening door de extra middelen vanuit het coalitieakkoord. Straten in Rivierenwijk, Noordwest en Overvecht worden groener, er worden extra bomen geplant, we versnellen de uitvoering van het Rondje Stadseiland.
  • We voeren de luchtkwaliteitsmaatregelen uit 'Gezonde lucht voor iedereen’ uit.
  • We hogen per 1 januari 2026 de zero emissie-eis voor machines (>37 kW) in gemeentelijke projecten op. We stimuleren hergebruik in de bouw via de circulaire grondstoffencorridor.
  • In maart 2026 voeren we op alle straten zonder vrij liggend fietspad de maximumsnelheid van 30 km/u in.
  • We breiden – vooral bij stations – het aantal fietsparkeerplekken uit.
  • We blijven doorgaan met het uitrollen van stadsbreed betaald parkeren. Bewoners worden gestimuleerd in parkeergarages te parkeren en daar waar mogelijk heffen we parkeerplaatsen op ten gunste van de openbare ruimte.

Levendige en leefbare stad

  • We ontzorgen keldereigenaren in het wervengebied door op te treden als opdrachtgever voor het herstel van particuliere kelders conform de beleidsregel samenwerking bij kelderherstel.
  • We starten een pilot voor de inzameling van groente-, fruit- en etensresten (gfe) bij de hoogbouw, waarmee we ons inzamelsysteem voor gfe +t (tuinafval) uitbreiden en de citybins vervangen.
  • We realiseren 5 à 7 (nieuwe) sport- en speelplekken en geven een financiële bijdrage aan circa 17 projecten om sport- en speelplekken te verbeteren.
  • In 2026 worden de hervormingen in het sociaal domein: steeds meer zichtbaar: in de herziening van subsidies in de sociale basis, in de inkoop van zorg en welzijn en in vernieuwende werkwijzen die we ontwikkelen met partners in de stad. We werken ook concrete voorstellen uit om budget en taken te verschuiven van aanvullende zorg naar de sociale basis.
  • We stellen een Uitvoeringsprogramma Huisvestingsplan Sport op.


Ontwikkelingen en maatregelen bij en na de Voorjaarsnota

Om op korte en op langere termijn het tekort op te lossen, is in de Voorjaarnota 2025 een financiële strategie uitgewerkt. Hierbij is het uitgangspunt dat Utrecht financieel stabiel beleid voert en dus een structureel sluitende begroting presenteert. De financiële strategie bestaat uit de volgende onderdelen:

Financieel-technisch beleid
Hiermee kijken we naar mogelijkheden van financieel-technische aard, zoals de inzet van het eigen vermogen (reserves) om met name het tekort op korte termijn op te lossen. Ook kijken we hiermee naar de inzet van de beschikbare weerstandscapaciteit boven de norm van 1,0 voor het weerstandsvermogen (conform motie 415 uit 2024).
Hervormingen en bezuinigingen
In de Voorjaarsnota 2024 was het tekort op de gemeentelijke begroting opgelopen tot 76 miljoen euro. Er is daarom een aantal stevige maatregelen genomen om dat tekort op te lossen, waaronder 25 miljoen euro aan hervormingsbezuinigingen. Bij de invulling van deze hervormingsbezuinigingen hebben we vooral kritisch naar de gemeente en de gemeentelijke organisatie gekeken: wat kan minder en wat kan beter?
Als gevolg van de financiële situatie bij de Voorjaarsnota 2025 is in deze voorjaarsnota ook 8,8 miljoen euro aan extra bezuinigingsmaatregelen opgenomen.

Inschattingen inkomsten Rijk
In de Voorjaarsnota 2025 zijn aanvullende middelen vanuit het Rijk geraamd voor jeugd, inburgering en de landelijke vreemdelingenvoorziening. De aanvullende middelen voor jeugd zijn gebaseerd op de extra middelen die het Rijk in de eigen voorjaarsnota heeft aangekondigd. Ook heeft het Rijk in dezelfde voorjaarsnota extra middelen beschikbaar gesteld voor de demping van de terugval van het gemeentefonds in 2026 (‘het ravijn'). Ook hiermee is rekening gehouden in de Voorjaarsnota 2025.


Financiële ontwikkelingen na Voorjaarsnota 2025

 x € 1.000

Financieel beeld 2025-2029

2026

2027

2028

2029

Structureel

Eindsaldo Voorjaarsnota 2025

          -   

          -   

          -   

          -   

              -   

Actualisatie

A. Meicirculaire 2025

16.000

16.600

200

1.800

1.800

B. Eigen bijdrage Jeugd

          -  

          -  

4.400

4.400

4.400

C. Structurele doorwerking majeure ontwikkelingen Tweede Bestuursrapportage en overige ontwikkelingen:

-14.043

-10.600

-5.600

-5.600

-5.600

C1. Indexering

-1.800

-1.800

-1.800

-1.800

-1.800

C2. Voorzieningen

-3.800

-3.800

-3.800

-3.800

-3.800

C3. Werk & Inkomen

-7.000

-5.000

          -  

          -  

              -  

C4. Evenementenleges

-638

          -  

          -  

          -  

              -  

C5. Nota WAAVA

-630

          -  

          -  

          -  

              -  

C6. Zwarte plein

-175

          -  

          -  

          -  

              -  

D. Moties en amendementen

          -  

          -  

          -  

          -  

              -  

Begroting 2026

1.957

6.000

-1.000

600

600

E. Storting/onttrekking algemene dekkingsreserve

-1.957

-6.000

1.000

-600

-600

Totaal Programmabegroting 2026

0

0

0

0

0

Hieronder staat een uitleg bij de cijfers uit bovenstaande grafiek:

A. Meicirculaire 2025
De meicirculaire is verschenen nadat de raad de Voorjaarsnota 2025 heeft ontvangen. De meicirculaire 2025 laat een positief meerjarig financieel beeld zien. De programmabegroting 2026 is daarom aangepast conform de Raadsbrief meicirculaire gemeentefonds 2025
Onze inkomsten uit het gemeentefonds veranderen door:

  • Een opwaartse bijstelling van de prijscompensatie in het gemeentefonds. Dit levert in 2026 ruim € 12 miljoen op;
  • Een afname van de ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds, hierdoor krijgen we structureel € 1,1 miljoen minder;
  • De actualisatie van de landelijke maatstaven. Dit heeft een positieve impact op onze inkomsten van ongeveer € 5 miljoen structureel;
  • Het doorvoeren van een extra korting op het jeugdbudget vanaf 2028 die negatief uitpakt voor onze financiën. Dat kost vanaf 2027 ruim € 14 miljoen.

Per saldo leidt dit tot extra budgettaire ruimte tot en met 2027. Voor 2028 en volgende jaren daalt de extra financiële ruimte weer naar nul.
Naar aanleiding van de meicirculaire handhaven we onze ramingen dat er over 2023 en 2024 nog een nabetaling komt ten aanzien van het jeugddossier door het Rijk. Hierover zijn immers harde toezeggingen gedaan door de (inmiddels demissionaire) premier. Als die toezeggingen niet nagekomen worden, zal de VNG een rechtszaak starten tegen het Rijk. We gaan er dus van uit dat deze middelen komen. Dat geldt niet voor de middelen voor jeugd voor de jaren 2028 en verder. Hoewel er signalen waren dat er structureel geld in het gemeentefonds bij zou komen voor jeugd, staan daar nu vanaf 2028 kortingen tegenover, waardoor het financiële effect per saldo nul is. Met andere woorden: we krijgen incidenteel (2026 en 2027) extra geld voor jeugd, maar in de jaren daarna niet meer.
B. Jeugd
In de meicirculaire 2025 zijn extra inkomsten Jeugd (Van Ark-middelen) opgenomen. Daar staan vanaf 2028 extra bezuinigingen op Jeugd tegenover die even hoog zijn als de extra middelen voor jeugd. Deze bezuinigingen bestaan uit een indexering van de hervormingsagenda jeugd. Dit zijn maatregelen die wij in Utrecht al eerder geïmplementeerd hebben. Dit levert voor ons in de toekomst dus geen extra besparing meer op waar we de korting van het Rijk op het gemeentefonds mee kunnen compenseren. Daarnaast is er een korting doorgevoerd vanwege de mogelijkheid voor gemeenten om vanaf 2028 een eigen bijdrage te innen bij diegenen die een beroep doen op de jeugdhulp.
De bezuinigingen op het gemeentefonds zijn meegenomen in de Raadsbrief meicirculaire en verwerkt in het programma Algemene Dekkingsmiddelen. De hogere baten als gevolg van de eigen bijdrage zijn vanaf 2028 opgenomen in het programma Kansrijk opgroeien. Voor de gemeente Utrecht gaat dit om een bedrag van 4,4 miljoen euro. Het is onzeker of deze eigen bijdrage daadwerkelijk wordt ingevoerd. Met de val van het kabinet is dit nog onzekerder geworden. Het is ook nog onzeker wat de daadwerkelijke gerealiseerde omvang van de eigen bijdrage na invoering zal zijn. Wij vinden overigens een eigen bijdrage niet wenselijk, omdat dit ertoe kan leiden dat minder kinderen en gezinnen die dit nodig hebben, toegang krijgen tot jeugdhulp. Hierdoor zullen ook de maatschappelijke kosten stijgen.

C1. Indexering
Voor de indexering is per saldo € 1,8 miljoen extra nodig. Een van de oorzaken hiervan is dat de recent afgesloten CAO voor gemeenteambtenaren de gemeente Utrecht harder raakt dan eerder bij de Voorjaarsnota voorzien. Dit gaat over een extra vergoeding voor onregelmatig werk. Deze afspraak geldt voor een groot aantal ambtenaren, zoals badmeesters en boa’s.  
C2. Onderhoudsvoorzieningen
De afgelopen jaren zijn de kosten voor de onderhoudsvoorzieningen steeds beter geraamd. Bovendien werken we op een andere manier door scherper te kijken naar risico’s en wat er gebeurt als deze risico’s optreden. Vanwege de stijgende kosten dreigen de onderhoudsvoorzieningen voor vastgoed, sport en mobiliteit negatief te worden. Dit is niet toegestaan en daar zijn we ook op gewezen door de accountant. Het is dus noodzakelijk om de onderhoudsbudgetten structureel te verhogen en daarom doen we in deze Programmabegroting een extra storting van structureel € 3,8 miljoen euro.
Deze structurele oplossing is nodig, omdat we verwachten dat een incidentele oplossing in de toekomst leidt tot nieuwe structurele problemen. Naast de extra storting nemen we in aanloop naar de Voorjaarsnota 2026 de hele onderhoudsagenda en de bijbehorende begroting onder de loep om beter te anticiperen op een stijging van de lasten en om kapitaalgoederen goed te blijven onderhouden.
C3. Werk & Inkomen
Er is een structureel nadeel op de BUIG-budgetten (bijstand) van 7 miljoen euro. Dit bedrag is nog wel met de nodige onzekerheden omgeven. Als dit een landelijke trend blijkt, zal het macrobudget namelijk verhoogd worden. Bovendien zal een hogere uitstroom ook leiden tot een kleiner nadeel. Het college wil uiteraard nog meer inzetten op een hogere uitstroom, rekening houdend met het feit dat ook de gemeente Utrecht een zogenaamd granieten bestand kent. Om die hogere uitstroom te bereiken, is extra inzet en extra tijd nodig. Daarom is in de programmabegroting incidenteel 7 miljoen euro opgenomen voor 2026 en 5 miljoen euro incidenteel voor 2027. De verwachting is dat met de extra inzet op uitstroom en de toekomstige ontwikkeling van het BUIG-budget deze extra bijdragen vanaf 2028 niet meer nodig zijn.
C4 t/m C6. Overige maatregelen
Het college stelt voor om een drietal urgente knelpunten op te lossen die met een deel van het incidentele geld voor 2026 gedekt zijn in deze programmabegroting. Dit gaat over de verhoging van de leges voor evenementen en daarmee ook voor het Sinterklaasfeest en de viering van Sint-Maarten, voor de herinrichting van het Zwarte Plein en voor de nota Waava. In totaal is met deze drie knelpunten een bedrag gemoeid van circa € 1,4 miljoen.  
Door de keuzes en de maatregelen in deze programmabegroting blijft er in 2026 een positief resultaat over van 3,4 miljoen euro (daarna sluitend). Gezien de financiële positie van de gemeente is besloten dit bedrag in te zetten om de reservepositie te verbeteren. Vanwege de grote onzekerheden en het verwachte negatieve resultaat voor 2025 zal dit noodzakelijk zijn en wordt het versterken van de reservepositie ook geadviseerd door de accountant. Dit geeft mogelijk ook ruimte aan een nieuwe coalitie.

D. Moties en amendementen Voorjaarsnota 2025
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2025 zijn 5 amendementen en 25 moties aangenomen. Alle amendementen zijn conform het genomen besluit verwerkt bij deze programmabegroting. De aangenomen moties zal het college binnen de uitvoering van het beleid afwegen en, indien mogelijk, nader uitwerken.

E. Algemene dekkingsreserve
Het saldo dat resteert, wordt - zoals te doen gebruikelijk- verrekend met de algemene dekkingsreserve. Dat is de reserve waarmee we alle overschotten en tekorten van de Planning & Control producten mee verrekenen. Die algemene dekkingsreserve laat de laatste paar jaren een dalende trend zien. In deze begroting storten we in 2026, 2027 en 2029 (en later) een bedrag in de algemene dekkingsreserve, terwijl er in 2028 een bedrag onttrokken wordt. Dit heeft als neveneffect dat onze reservepositie verstevigd wordt en dit heeft weer een positieve impact op onze solvabiliteitsratio. Dit is ook noodzakelijk, want - rekening houdend met het negatieve saldo van de tweede bestuursrapportage - is de algemene dekkingsreserve in 2026 negatief, net als in 2028 en 2029. Als dat binnen de begrotingsperiode niet opgelost wordt, kan dat voor de provincie reden zijn voor preventief toezicht. Dit is een aandachtspunt bij de Voorjaarsnota 2026. Dit betekent wel dat elke wijziging op deze begroting die leidt tot het uitgeven van extra geld, ervoor zorgt dat onze algemene dekkingsreserve nog negatiever wordt, wat ook een negatieve impact heeft op onze solvabiliteitsratio.

Financiële positie gemeente Utrecht

Hieronder staan een aantal financiële kengetallen. Die maken de komende jaren een bepaalde ontwikkeling door. Het is goed om deze financiële kengetallen in samenhang te bezien en ook in de loop van de tijd. Een mindere score op één van de financiële kengetallen in enig jaar is (nog) geen reden tot zorg. Pas wanneer alle financiële kengetallen zich gedurende meerdere jaren negatief dreigen te ontwikkelen, is bijsturing nodig. Gemiddeld genomen scoren we redelijk tot goed op de kengetallen. Onze begroting is in de eerste twee jaren structureel sluitend; de weerstandsratio voldoet aan de norm van 1,0 en onze solvabiliteit ligt rond de 20%. Wel zien we dat onze schuldquote langzaam stijgt en dat onze reservepositie zich weer iets herstelt.

Reservepositie
De reservepositie blijft per saldo meerjarig stabiel. Sinds de Jaarstukken 2024 neemt de omvang van de gemeentelijke reserves wel af. Dit geldt in het bijzonder voor de algemene dekkingsreserve. Vanaf 2027 herstelt de reservepositie zich licht.

Weerstandsvermogen
Voor 2026-2029 is voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar om financiële risico’s op te kunnen vangen. De verwachting is dat het weerstandsvermogen de komende jaren gemiddeld 1,0 blijft. De gemeente Utrecht blijft hierdoor in staat om substantiële tegenvallers op te vangen. In 2026 komt de weerstandsratio op 1 uit. De algemene reserves worden niet aangesproken voor een weerstandsratio van 1. De reserves zijn nodig om de solvabiliteit (zie volgende alinea) op peil te houden en voor het financiële ravijn.

Solvabilteit
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen (reserves en leningen) aan. Des te hoger de solvabiliteitsratio, des te beter gemeenten tegen een financieel stootje kunnen. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de solvabiliteit van de gemeente de komende jaren redelijk stabiel blijft en rond de 20% ligt. Doordat we scherper aan de wind zijn gaan varen de afgelopen jaren, is de solvabiliteit iets gedaald. De lagere rijksinkomsten zijn hier mede debet aan geweest. De solvabiliteit onderstreept ook het belang van een goede reservepositie: hoe hoger de reserves, hoe beter de solvabiliteit.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft het niveau van de schuldenlast van de gemeente weer ten opzichte van het begrotingstotaal. De gemeente hanteert als norm de lijn van het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader GTK van de provincie (een bandbreedte van 90-130%). De netto meerjarige schuldquote loopt op, maar blijft vooralsnog ruimschoots onder de 130%. Het oplopen van de netto schuldquote wordt voornamelijk veroorzaakt door de geplande investeringen in de groei van onze stad. Hoe reëel deze verwachting, gebaseerd op de investeringsambitie is, moet nog blijken. Dankzij meer ervaring met realistisch plannen weten we nu dat de werkelijke schuldontwikkeling door onder andere planningsoptimisme vaak achterbleef bij de ramingen. Dit komt onder meer door personeelstekort, stijgende bouw- en materiaalkosten en planologische procedures. In de Voorjaarsnota 2025 is hier al rekening mee gehouden door ambities deels bij te stellen, rekening houdend met het planningsoptimisme. Hiermee nemen we een verantwoord risico op knelpunten.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft weer hoe de lokale lastendruk in de gemeente Utrecht zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. In 2026 neemt de belastingcapaciteit met 4 procentpunt toe ten opzichte van 2025. De belastingcapaciteit kwam in 2025 uit op 120% en in 2026 komt de belastingcapaciteit uit op 124%. Een goede vergelijking is echter nog niet te maken. De Utrechtse tarieven voor 2026 zijn namelijk wel bekend, maar het landelijk gemiddelde is nog gebaseerd op de cijfers van 2025.

We verwachten uiteindelijk wel een beperkte stijging van de belastingcapaciteit. Deze stijging wordt mede veroorzaakt door wijzigingen in de berekeningsmethodieken van OZB en de afvalstoffenheffing. Bij het vaststellen van de hoogte van de OZB wordt uitsluitend de WOZ-waarde van koopwoningen meegenomen, omdat de OZB alleen wordt betaald door huishoudens met een koopwoning. Bij het vaststellen van de gemeentelijke kosten voor afvalstoffenheffing wordt vanaf nu gebruik gemaakt van het gewogen gemiddelde van de meerpersoonshuishoudens in plaats van de eenpersoonshuishoudens. We zien dat de kosten van het ophalen en verwerken van het huishoudelijk afval toenemen (door onder andere de landelijke CO2-heffing). Dit leidt tot een stijging van de afvalstoffenheffing.  

Investeringen in onze stad en inwoners
We investeren jaarlijks vele miljoenen euro’s in de groei van onze stad en om de stad in goede staat te houden en te verbeteren. Zoals ook uit de grafiek Netto schuldquote blijkt nemen onze bezittingen door deze investeringen (vaste activa) toe.

Bij deze begroting autoriseert de raad voor 2026 in totaal 279,047 miljoen euro (2025: € 192,3 miljoen) aan nieuwe investeringskredieten. Het totaal geautoriseerd investeringskrediet tot en met 2026 komt nu uit op 2,607 miljard euro, hiervan is 679,108 miljoen euro gerealiseerd. De rest wordt in komende jaren uitgeven, waarvan in 2026 440,237 miljoen euro. In de programma's worden de investeringen nader toegelicht.

Beïnvloedbaarheid
Op het niveau van de doelstellingen binnen een programma biedt deze begroting inzicht in de beïnvloedbaarheid van de uitgaven. De informatie over de beïnvloedbaarheid kan worden gebruikt in bijvoorbeeld takendiscussies. De beïnvloedbare ruimte kan alleen worden ingezet voor nieuw beleid als de bestaande kaders/activiteiten worden aangepast. De beïnvloedbare ruimte hebben we binnen de programma's daarom ook voorzien van inhoudelijke duiding.
Op een begrotingstotaal van ruim 2,177 miljard euro (lasten 2026 inclusief reservemutaties) hebben we € 186,3 miljoen euro aan beïnvloedbare ruimte. Dit is 8,56% van het begrotingstotaal. De beïnvloedbaarheid neemt in de jaren toe. In 2027 is de beïnvloedbare ruimte 9,88% van het begrotingstotaal (2,074 miljard euro).
Onderstaande grafiek toont de beïnvloedbare ruimte per programma in euro's voor het begrotingsjaar 2026.

Onderstaande grafiek toont de beïnvloedbare ruimte per programma in percentages voor begrotingsjaar 2026.  

Tot slot
Ondanks de financieel lastige jaren is het dit college gelukt om steeds een sluitende begroting te presenteren. De afgelopen jaren hebben we bovendien fors geïnvesteerd in de stad. Jaarlijks besteden we 2 miljard euro om Utrecht duurzaam en leefbaar te ontwikkelen. Deze collegeperiode is bovendien, inclusief het coalitieakkoord, voor ruim 90 miljoen euro structureel extra geïnvesteerd in de stad. We hebben helaas ook scherpe keuzes moeten maken om tekorten op te lossen. Zo hebben we de afgelopen jaren voor 80 miljoen euro aan structurele bezuinigingen doorgevoerd. Hierbij hebben we echter nooit getornd aan dat wat we als college ook aan de stad na willen laten: barmhartigheid als mantel over al ons beleid. Dit betekent dat we altijd de meest kwetsbaren hebben ontzien en dat we als stad koplopergemeente zijn in actuele (politieke)kwesties die draaien om de zorg en de opvang van mensen, zoals de hervormingsagenda jeugd, de opvang en begeleiding van statushouders en vluchtelingen. Dit college is bovendien altijd fors blijven inzetten op het tegengaan van ongelijkheid, het bestrijden van de woningnood en het aanpakken van de klimaatcrisis.

Om de financiële tegenwind het hoofd te bieden, hebben we altijd financieel, stabiel beleid gevoerd. Maar we hebben ook scherp aan de wind moeten zeilen en de nodige risico's genomen: we hebben forse (financiële) maatregelen genomen, lasten moeten verhogen en onze reserves aangesproken. Bovendien is ons financiële beleid vanaf het begin af aan realistisch geweest: we kunnen niet al onze grootste ambities waarmaken.
Als gevolg hiervan zijn de financiën nu op orde. Echter vraagt ook de (nabije) toekomst om realisme. Het appeltje voor de dorst is op en dus zullen we nu en in de toekomst zorgvuldig om moeten gaan met onze financiën, zodat we de beloftes voor Utrecht waar kunnen blijven maken: voldoende woningen, voorzieningen en groen in een klimaatneutrale stad waar iedereen zichzelf mag zijn en iedereen die dat nodig heeft hulp krijgt. En zodat we ons kunnen blijven wapenen voor externe, autonome ontwikkelingen die altijd van invloed zullen zijn op onze stad zonder muren.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 13:18:55 met de export van 09/18/2025 09:06:47