Paragrafen

Investeringen

Ontwikkelingen en actualiteiten 

Grip op investeringen: bouwen aan een inhoudelijk en financieel robuust investeringsstelsel  
Utrecht is een snelgroeiende stad. In 2040 verwachten we 480.000 inwoners – ruim 25% meer dan nu. Om iedereen toegang te bieden tot goede voorzieningen, betaalbare woningen en een leefbare stad, blijven investeringen noodzakelijk. Tegelijkertijd staat onze financiële ruimte onder druk: onze inkomsten groeien niet in hetzelfde tempo mee. Daarom is het van groot belang om scherp en weloverwogen te sturen op gemeentelijke investeringen. Het nieuwe programma Grip op investeringen is gestart om college en raad beter in staat te stellen om sturing te geven aan een betaalbare, financierbare én uitvoerbare investeringsportefeuille – passend bij een toekomstgerichte stedelijke ontwikkeling én een financieel gezonde gemeente.  
 
Waarom dit programma?  
In de afgelopen jaren is het totaal aan geautoriseerde investeringskredieten sterk toegenomen: van 1,2 miljard euro eind 2020 naar ruim 2,0 miljard euro vier jaar later. Daarmee zijn investeringen steeds bepalender geworden voor de financiële gezondheid van de gemeente. Tegelijkertijd zien we jaarlijks verschillen tussen begrote en gerealiseerde investeringsvolumes. Voor komende jaren geldt bovendien dat de optelsom van sectorale beleidsambities (bijvoorbeeld voor maatschappelijke voorzieningen, mobiliteit en klimaatadaptatie) financieel uitdagend is. Om te bepalen wat betaalbaar, financierbaar en uitvoerbaar is op korte, middellange en lange termijn hebben we betere sturingsinstrumenten nodig.  
 
Wat willen we bereiken?  
Met Grip op investeringen willen we de raad, het college en de ambtelijke organisatie in staat stellen om goed geïnformeerd te sturen op een betaalbare, financierbare en uitvoerbare gemeentelijke investeringsprogramma’s, ter bevordering van een toekomstgerichte stedelijke ontwikkeling van de gemeente Utrecht.  
De gemeentelijke investeringsprogramma's omvatten in grote lijnen vier investeringsdoelen:  

  • Behoud en beheer van bestaande voorzieningen (denk aan openbare ruimte, vastgoed en riolering).  
  • Kwaliteitsverbetering in de bestaande stad, om wijken toekomstbestendig te maken (klimaatadaptatie, verkeersveiligheid, energietransitie).  
  • Uitbreiding van voorzieningen vanwege bevolkingsgroei (scholen, sportaccommodaties, etc.).  
  • Investeringen die woningbouw en gebiedsontwikkeling mogelijk maken , als instrument om ambities voor betaalbaar wonen, kansrijk opgroeien en gezond samen te realiseren. Ook als de bevolking groeit.  

 
Wat gaan we komend jaar doen?  
Het programma Grip op investeringen richt zich voor deze investeringsdoelen op het versterken van inzicht, overzicht en sturingsmogelijkheden, op drie niveaus:  

  1. Strategisch niveau  
    Op dit niveau verloopt sturing via voorjaarsnota’s, beleidsnota’s en visie-documenten. Goed geïnformeerde politieke afwegingen staan hier centraal. Transparantie over betaalbaarheid, financierbaarheid en uitvoerbaarheid zijn daarbij randvoorwaarden, ook op middellange en lange termijn.  

Richting het voorjaar van 2026 werken we aan de volgende producten:  

  • Voorstellen voor een bestendige bekostigingsstrategie voor investeringen in nieuwe woningen, buurten en voorzieningen (als vervanger voor het investeringsdeel van het groeikader)  
  • Voorstellen voor een investeringsplafond: een meerjarig begrensd investeringsvolume als kader voor centrale sturing.  
  1. Tactisch niveau  
    We verbeteren inzicht en overzicht in programmering van investeringen via meerjarenuitvoeringsprogramma’s. Door beter inzicht in de prioritering, fasering, dekking en samenhang van investeringen – op korte, middellange en lange termijn – kunnen we als gemeente weloverwogen keuzes maken.  

Komend jaar werken we aan het volgende product:  

  • Een methodiek voor toetsing op uitvoerbaarheid en capaciteit voor de programmering van toekomstige investeringen (motie 365-2025 ).  

 

  1. Operationeel niveau  
    We verbeteren de sturingsinformatie voor afzonderlijke investeringsprojecten, onder meer met verbeterde administratieve koppelingen tussen kapitaallasten en kredieten, en de inzichtelijkheid voor de raad. Actuele data over afzonderlijke projecten gaan we centraal ontsluiten, zodat overzicht ontstaat in de voortgang, bestedingen en financiële effecten.

Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het zogenoemde planningsoptimisme: projectplanningen die aanvankelijk realistisch lijken, maar die achteraf vaak niet worden gehaald. Een aanzienlijk deel van de investeringen wordt later afgerond dan aanvankelijk was gepland.  

Komend jaar werken we aan het volgende product:  

  • Uitwerking van gerichte maatregelen per investeringsdoelstelling voor het realistisch ramen van investeringsvolumes en bijbehorende kapitaallasten.  

 
Alternatief voor het Groeikader als dekkingsbron voor groei-investeringen  
Een stad die zo snel groeit als Utrecht, heeft behoefte aan investeringen om de stad leefbaar te houden (zie ook motie 345-2025). Daarvoor is budget nodig. In de afgelopen twee raadsperioden konden we deze grotendeels betalen uit extra inkomsten uit het gemeentefonds en OZB, die samenhingen met groei van de stad (“groeikader”). Nu is dat anders. Veranderingen in de verdeelsystematiek van het gemeentefonds maken dat inkomsten niet meer evenredig meegroeien met het aantal inwoners. In de komende raadsperiode hebben we daarom geen groeikader meer voor investeringen. Daarvoor is een alternatieve bekostigingssystematiek nodig. Deze moet in ieder geval laten zien hoe we structureel budget kunnen vrijmaken voor maatschappelijke voorzieningen bij toekomstige gebiedsontwikkelingen. Daarnaast is ook inzet van incidenteel budget wenselijk, bijvoorbeeld voor woningbouw, mobiliteit en groen. Richting het voorjaar van 2026 werken we voorstellen uit voor zo’n alternatieve systematiek. Die voorstellen kunnen dan betrokken worden in de onderhandelingen over een nieuw coalitieakkoord.  
 
Wat kunt u verwachten?  
Grip op investeringen kent een gefaseerde aanpak. Bij elk belangrijk moment in de begrotingscyclus – zoals voorjaarsnota, begroting en jaarstukken – ontvangt u als raad aanvullende sturingsinformatie. In de komende twee jaar bouwen we zo stapsgewijs aan een robuustere, transparante en beter bestuurbare investeringspraktijk.  
Met Grip op investeringen willen we samen met u zorgen voor een toekomstbestendige stad – met ambities die realistisch zijn én financieel houdbaar blijven.  

Investeringskredieten per begrotingsprogramma  

In deze programmabegroting wordt voor 279,047 miljoen euro aan nieuwe kredieten geautoriseerd. Dit bedrag is als volgt verdeeld over de verschillende begrotingsprogramma’s:  
                                

x €1.000

Begrotingsprogramma  

Nieuw te autoriseren kredieten  

Betrouwbare overheid  

0

Ontwikkelen en wonen iedereen  

0

Klimaatvriendelijke stad  

0

Duurzame bereikbaarheid  

1.500

Aantrekkelijke, groene leefomgeving en erfgoed  

110.646

Veilige stad  

0

Passende ondersteuning en opvang  

0

Werk, toekomstbestendige economie en bestaanszekerheid  

0

Kansrijk opgroeien  

153.725

Levendige en gezonde stad  

2.844

Algemene middelen en overhead  

10.331

Totaal nieuw te autoriseren kredieten  

279.047

 

Bij de nieuw te autoriseren kredieten uit bovenstaande tabel gaat het zowel om nieuwe projecten als om aanpassing van eerder geautoriseerde kredieten. In de verschillende begrotingsprogramma’s in deze begroting wordt toegelicht voor welke nieuwe projecten kredieten worden geautoriseerd.
 
De onderstaande grafiek toont de omvang van eerder geautoriseerde kredieten en van nieuwe investeringskredieten die in deze programmabegroting worden geautoriseerd. Hierbij is zichtbaar welk deel betrekking heeft op uitbreidingsinvesteringen, vervangingsinvesteringen en routine-investeringen. (Begrotingsprogramma’s zonder investeringskredieten zijn niet opgenomen in de grafiek.)

Grafiek: Geautoriseerde en nieuw te autoriseren investeringskredieten, naar type en begrotingsprogramma (bedragen in miljoen euro) – zie voor tabellen de paragraaf Investeringen op begrotingswebsite.


Van de nieuw te autoriseren investeringskredieten is het merendeel bedoeld voor onderwijshuisvesting (primair en voortgezet onderwijs, in het programma Kansrijk opgroeien). Daarnaast heeft een relatief groot gedeelte betrekking op vervangingsinvesteringen in het programma Aantrekkelijke, groene leefomgeving en erfgoed. In dit programma wordt elk jaar krediet geautoriseerd voor vervanging van riolering en voor beheer van de openbare ruimte in het betreffende begrotingsjaar.

 

Investeringsuitgavenraming  
Na de autorisatie van een investeringskrediet kunnen uitgaven worden gedaan om de investering te realiseren. Veel investeringsprojecten hebben een looptijd van meerdere jaren. In de tabellen bij deze Paragraaf Investeringen zijn ramingen opgenomen van die uitgaven per jaar. Het totaal aan uitgaven over de jaren heen mag per investering niet hoger zijn dan het geautoriseerde investeringskrediet.  
Onderstaande tabel toont de investeringsuitgavenraming per jaar voor alle geautoriseerde en nieuw te autoriseren kredieten tezamen in de periode 2025-2029. Investeringsuitgaven vanaf 2027 die nog niet zijn geautoriseerd (bijvoorbeeld voor vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte), zijn niet opgenomen in onderstaande grafiek.

Grafiek: Investeringsuitgavenraming, uitgesplitst naar begrotingsprogramma’s (bedragen in miljoen euro) – zie voor tabellen de paragraaf Investeringen op begrotingswebsite.

Correctie voor planningsoptimisme  
Bij grote investeringsportefeuilles is het gebruikelijk dat niet alle investeringen conform planning kunnen worden uitgevoerd. Er is altijd sprake van onvoorziene gebeurtenissen, waardoor sommige projecten vertraging oplopen en het realisatiepercentage lager ligt dan 100%. Aan langer dan verwachte doorlooptijden kunnen veel verschillende redenen ten grondslag liggen. Ze kunnen bijvoorbeeld ontstaan door externe factoren zoals capaciteitstekorten in de bouwsector en juridische procedures, door scope-wijzigingen en door interne factoren, zoals beperkt beschikbare capaciteit in de eigen organisatie. Ook netcongestie kan leiden tot langere doorlooptijd.  

Komend jaar werken we voor de programmering van toekomstige investeringen een methodiek uit voor toetsing op uitvoerbaarheid en capaciteit (motie 365-2025). Dit doen we in het kader van het programma Grip op investeringen. Een dergelijke toets zal helpen overmatig planningsoptimisme weg te nemen. 

In de Voorjaarsnota 2025 is beschreven op welke manier we corrigeren voor planningsoptimisme in de berekening van de financiële kengetallen. In de jaren 2025-2027 gaan we in deze berekening uit van een gemiddeld realisatiepercentage van 65%. Voor de jaren daarna gaan we uit van verdere stijging van de investeringsuitgaven, waarbij de trendmatige groei uit het verleden wordt voortgezet (gemiddeld 18 miljoen euro per jaar toename van gerealiseerde investeringsuitgaven in de periode 2017-2024). In onderstaande tabel is zowel de ongecorrigeerde als gecorrigeerde investeringsuitgavenraming (“investeringsplafond”) opgenomen.  
Grafiek: Investeringsuitgavenraming en de voor planningsoptimisme gecorrigeerde uitgavenraming, zie voor tabellen de paragraaf Investeringen op de begrotingswebsite.  


De investeringsuitgavenraming in bovenstaande figuur is gebaseerd op de uitgavenramingen voor eerder geautoriseerde investeringskredieten, voor investeringskredieten die in deze Programmabegroting nieuw worden geautoriseerd, én op uitgaven aan investeringen waarvoor naar verwachting in de periode tot en met 2029 aanvullende investeringskredieten zullen worden aangevraagd. Deze laatste categorie omvat toekomstige investeringen in riolering, openbare ruimte en onderwijshuisvesting waarvoor in de meerjarenraming reeds dekking beschikbaar is.  

Verwerking van hervormingsmaatregel “planningsoptimisme” in deze Programmabegroting  

In de Voorjaarsnota 2025 is een structurele hervorming “Planningsoptimisme/onderuitputting gemeentebreed” opgenomen van 4,1 miljoen euro. Deze hervorming heeft betrekking op kapitaallasten en is bedoeld om te corrigeren voor overmatig planningsoptimisme in de investeringsprogrammering. In de praktijk zien we dat de realisatie van investeringen regelmatig achterblijft bij de planning. Door deze hervorming in te boeken, brengen we de begroting meer in lijn met de verwachte werkelijke uitgaven.  
Vanwege de begrotingsregels mogen we deze besparing niet centraal opnemen in een stelpost. Daarom is ervoor gekozen het bedrag te verdelen over de begrotingsprogramma’s, waarbij gebruik is gemaakt van een verdeelsleutel op basis van het geraamde en gerealiseerde investeringsvolume in 2024. Deze verdeelsleutel kan in de toekomst worden aangepast, afhankelijk van de daadwerkelijke realisatie van investeringen.  

Deze hervorming helpt om het meerjarenbeeld in de begroting realistischer en financieel robuuster te maken, zonder de ambities te temperen. De hervorming beschouwen we niet als taakstelling voor het investeringsprogramma. We blijven nadrukkelijk sturen op de uitvoering van de volledige investeringsprogrammering zoals vastgesteld door de gemeenteraad. Als binnen bepaalde programma’s de investeringen sneller gerealiseerd worden dan nu wordt verwacht, zal de besparing op kapitaallasten daar niet tot uiting komen – dat is een bewust genomen risico. Het blijft ons doel om de investeringsuitgaven te realiseren die we ons hebben voorgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 13:18:55 met de export van 09/18/2025 09:06:47