Programma 's

Ontwikkelen en wonen voor iedereen

Risico's

 

Strategische programmarisico's

Maatregel

Ongunstige marktomstandigheden zoals stijgende rente, stijgende bouwkosten, schaarste bouwmaterialen en beschikbaarheid personeel (zowel markt als gemeente) zetten het bouwtempo onder druk. Als gevolg hiervan neemt de woningbouwproductie af

Optimaliseren in projecten en/of het bijstellen van de ambities:

  • Project specifieke maatregelen die de haalbaarheid van een project mogelijk vergoten via de Utrechtse Aanpak.
  • Subsidies vanuit zowel gemeente, provincie als rijksoverheid. Zoals Rijkssubsidies als de Start Bouw Impuls (SBI) en Woning Bouw Impuls (WBI).
  • Inzet op tijdelijke woningbouw op gepaste locaties.
  • Lobby voor externe bijdragen.
  • Implementeren van het Utrechts Planproces Gebiedsontwikkeling (UPG) gericht op verkorten voorbereidingstijd van bouwplannen (bekijken van de eenduidigheid, efficiëntie en kwaliteit van besluitvorming en werkprocessen).
  • Samen met marktpartijen (zoals partners DNU, Stadsakkoord) zoeken naar slimme oplossingen.

Door de complexe marktomstandigheden, gebrek aan sociale huurwoningen en stagnatie van de doorstroming dreigen in toenemende met Utrechters (reguliere en kwetsbare doelgroepen die afhankelijk zijn van sociale huurwoningen) tussen wal en schip te vallen.

  • Blijvende inzet op voortgang permanente productie, realisatie flexwoningen, beter benutten bestaande voorraad, regionale samenwerking en inzet eigen vastgoed.
  • Continu monitoring van de ontwikkeling woonvraag door kwetsbare doelgroep in relatie tot aanbod sociale huurwoningen.
  • Lobby voor ondersteuning vanuit Rijk, provincie.  
  • Inzet op versterkte samenwerking met wooncorporaties.

Verslechtering van congestiesituatie vormt risico voor bouwprojecten. Utrecht zit op dit moment in congestiefase 1, waarin geen nieuwe grootverbruikaansluitingen mogelijk zijn. Zonder ingrijpende maatregelen gaat Utrecht in 2026 naar congestiefase 2, waarin ook geen nieuwe kleinverbruikaansluitingen mogelijk zijn.

Als het gaat om de regionale en landelijke inzet om verslechtering van de congestiesituatie tegen te gaan is de Utrechtse Energy Board, waar ook de gemeente Utrecht lid van is aan zet (zie ook programma Klimaatvriendelijke stad). Als het gaat om de lokale inzet is ereen Programma Netcongestie ingesteld die regie gaat voeren op maatregelen om ontwikkelingen op het gebied van woningbouw en voorzieningen, vestiging van bedrijven en verduurzaming door te laten gaan, maatregelen die de gevolgen van frequente en/of langdurige stroomuitval voorkomen of ondervangen en maatregelen die de realisatie van stroominfrastructuur faciliteren. In de Voorjaarnota zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Daarmee wordt o.a. tijdelijke energieopwek via inzet van o.a. (gas)generatoren en accu’s bij zowel gemeentelijk vastgoed als nieuwbouwlocaties gerealiseerd. Hiermee worden vertragingen in de realisatie van projecten tijdelijk opgevangen en worden de gevolgen van een aansluitstop voor kleingebruikers beheerst. Daarnaast wordt er gefaciliteerd in de uitbreiding van de energie infrastructuur, door onder andere ruimtelijke inpassing van trafostations en afstemming met betrokken partijen. Tevens stimuleert de gemeente energiehubs op bedrijventerreinen zodat bedrijven hun energieverbruik beter op elkaar kunnen afstemmen. Ook wordt er ingezet op netbewuste nieuwbouw door ontwikkelaars te begeleiden en onderzoek te doen naar het beperken van piekbelasting. In aanvulling daarop wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een integraal energiesysteem met flexibel vermogen en investeringen in onder meer batterijen en zonneparken.
Om versnelling op cruciale dossiers mogelijk te maken, wordt een doorbraakteam ingericht dat knelpunten helpt oplossen. Daarnaast zal de gemeente bedrijven en ontwikkelaars ondersteunen met kennis, advies en subsidie om bouwprojecten en verduurzaming zo veel mogelijk doorgang te laten vinden.

Beperkingen met betrekking tot stikstofdepositie kunnen leiden tot vertraging of afstel van ruimtelijke projecten.

Twee gerechtelijke uitspraken in het stikstofdossier hebben gevolgen voor ruimtelijke plannen en projecten. Plannen en projecten kunnen te maken krijgen met extra kosten en vertraging en mogelijk kunnen projecten (voorlopig) niet doorgaan. Per plan of project (zowel lopende als toekomstige) wordt gekeken op welke manier het plan vastgesteld kan worden en op welke manier de ontwikkeling doorgang kan vinden. We staan hier in contact met (juridische) adviesbureaus ter ondersteuning.

Bijdragen vanuit derden (waaronder Rijk en andere overheden) zijn onvoldoende om de opgaven en ambities uit de RSU 2040 te kunnen realiseren.

De bekostiging van verstedelijking staat centraal in onze aanpak voor lobby en public affairs. Mobiliteit is de grootste kostenpost in de RSU-ambities, met de ov-schaalsprong als belangrijkste component. De ov-schaalsprong krijgt hierin dan ook bijzondere aandacht. Mobiliteitsmaatregelen zijn nodig om onze woningbouwambities te realiseren.

Landelijk woonbeleid staat nationaal erg in de politieke belangstelling. De komende kabinetswisseling zou nog invloed kunnen hebben op de uiteindelijke vorm en uitwerking van de Wet regie op de Volkshuisvesting en de Wet betaalbare huur. Het risico is dat we geen nieuwe instrumenten krijgen om de Utrechtse wooncrisis aan te pakken of de ingezette koers moeten wijzigen. Een ander risico is aanhoudende onzekerheid voor investeerders waardoor zij hun investeringskeuzes aanpassen of uitstellen.

Stand van zaken maatregel: 

  • Lobby voor continuering programma's

            en maatregelen. 

  • Lobby voor aanpassing WWS-

            puntenstelsel zodat middenhuur
            betaalbaar blijft in Utrecht

De financiële risico’s zijn in een totaaltabel terug te vinden in de paragraaf Weerstandsvermogen en de risico’s met betrekking tot de Verbonden partijen zijn opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 13:18:55 met de export van 09/18/2025 09:06:47