Algemeen
Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerende-zaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld.
De tarieven voor de onroerende-zaakbelastingen worden in november berekend, waarna de verordening onroerende-zaakbelasting aan het einde van het jaar aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Het op een later moment berekenen van de tarieven hangt samen met het tijdspad van de vaststelling van de WOZ-waarden. Door van de verwachte waardeontwikkeling in oktober uit te gaan, wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met het meest actuele inzicht in ontwikkeling van de WOZ-waarden. De BghU heeft dan onder meer de markttransacties over het grootste deel van het jaar kunnen meenemen in de modelmatige waardebepaling.
Ontwikkelingen
De OZB-tarieven voor 2026 zijn gebaseerd op 2025, verhoogd met een indexeringspercentage belastingen en heffingen van 2,2%. Daarna volgt een correctie voor verschillen tussen de verwachte en gerealiseerde waardeontwikkeling van het voorgaande jaar en een aanpassing voor de verwachte waardeontwikkeling in 2026. Deze doorrekening is verwerkt in de programmabegroting 2026.