Passende aanvullende zorg

Utrechters krijgen bij een ondersteuningsbehoefte waarvoor specifieke expertise nodig is, tijdig passende aanvullende ondersteuning in samenhang met de basiszorg en sociale basis, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en mee doen.

Beleidskader

Deze doelstelling komt voort uit onderstaande beleidsdocumenten:

Effectindicatoren

Bereik


Het aantal inwoners dat gebruik maakt van aanvullende zorg stijgt licht. Op basis van de cijfers van het eerste tertaal van 2025 verwachten we dat deze beweging doorzet. Alleen bij de regiotaxi verwachten we dat de trend stabiel blijft, zoals in de afgelopen periode. In 2024 is daar een lichte afname, maar deze komt door een administratieve opschoning van inactieve passen rondom de nieuwe aanbesteding. Deze beweging is in lijn met wat we willen vanuit de Wmo nota, samen met onze aanbieders zetten we erop in om meer mensen te helpen binnen hetzelfde budget, o.a door groepsgericht werken, blended care en de inzet van technologie.
Of het lukt om deze lijn door te zetten, wordt naast de inzet vanuit deze programmadoelstelling ook voor een belangrijk deel bepaald door de mate waarin het lukt om de grondoorzaken aan te pakken, en andere ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld die op de arbeidsmarkt(zie paragraaf risico’s).  

Beschikbaarheid 

De wachttijden voor de vormen van ambulante begeleiding binnen de aanvullende zorg zijn de afgelopen jaren toegenomen door toename van de vraag en complexiteit van de vragen. Dit was met name voor individuele begeleiding het geval. In de cijfers van het eerste tertaal van 2025 zien we voor het eerst dat deze trend stopt en dat de wachttijden voor individuele begeleiding licht dalen. Voor Arbeidsmatige activering en dagbegeleiding, die al een lage wachttijd kennen, verwachten we een stabiele trend. We verwachten op basis van onze inspanningen samen met onze aanbieders om meer inwoners te helpen binnen hetzelfde budget dat deze bewegingen doorzetten in lijn met de ambitie van onze Wmo-nota om tijdig hulp te bieden aan de meest kwetsbaren. Alleen voor thuisbegeleiding zien we nog steeds een lichte toename door het personeelstekort. Ook hier zijn we echter afhankelijk van de mate waarin het lukt om de grondoorzaken aan te pakken, en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (zie paragraaf risico’s).  
Voor hulp bij huishouden hebben we de afgelopen periode een forse afname gezien in de wachtlijsten waarover u regelmatig met brieven bent geïnformeerd. Door de grote veranderingen hebben we hiervoor geen jaargemiddelde opgenomen. Ook voor hulpmiddelen en woningaanpassingen is geen jaargemiddelde opgenomen omdat de wachttijden sterk afhangen van de aard van het hulpmiddel/woningaanpassing waardoor een jaargemiddelde niet representatief is, we zien hierin ook geen grote veranderingen behalve voor scootmobielen van inwoners in een wooncomplex. Het besluit bouwwerken leefomgeving verbiedt sinds 1 juli 2024 namelijk expliciet de stalling van scootmobielen en andere brandbare/belemmerende zaken in vluchtroutes van wooncomplexen. Voorafgaand aan de toewijzing van een scootmobiel is daarom afstemming nodig tussen woningbouwcorporaties en het Wmo-loket, waardoor het proces voor deze hulpmiddelen iets langer is gaan duren. De afgifte van regiotaxipassen kent geen wachttijd.
Kwaliteit
Ook bij de aanvullende zorgpartijen zetten we de lijn van voorgaande jaren door. Zie voor een uitgebreidere toelichting de doelstelling passende basiszorg.

Activiteiten

Om onze doelstelling te bereiken, gaan wij het volgende doen:

Nieuwe activiteiten in het begrotingsjaar

• We gunnen de opdracht voor de Wijkgerichte Wmo (Q1 2026) en werken in de rest van het jaar aan een zorgvuldige transitie zodat de gekozen uitvoeringspartner vanaf 1 januari 2027, met een overgangsfase, de ondersteuning kan leveren (gereed Q1 2027).
• We werken aan een de herinrichting van de subsidieregeling Sociale Prestatie en Dagondersteuning, dit is onderdeel van de nieuwe subsidieregeling sociale basis (zie programma levendige en gezonde stad, gereed Q3 2026) en de inkoop van Wmo aanvullende zorg per 2027, gereed Q1 2027.

Activiteiten die we niet meer doen
Niet van toepassing

Activiteiten die we blijven doen en/of anders gaan doen

• Met de partners in de stad en met zorgverzekeraar en zorgkantoor geven wij invulling aan de gewenste transformatie vanuit het regioplan in het kader van het Integraal Zorg Akkoord en de aanvulling hierop (Aanvullend Zorg Welzijns Akkoord ). De hoofdthema's daarin zijn versterking samenwerking tussen de eerste lijn en het sociaal domein, de ouderen en mentale gezondheid. Daarnaast wordt er gewerkt aan de fundamenten digitalisering en arbeidsmarkt.
• We geven uitvoering aan het programma Thuis in je wijk .
• We geven uitvoering aan de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de verlenging van de overeenkomsten voor aanvullende zorg 2025-2026.
• We geven uitvoering aan het UVP Toezicht Wmo en Jeugdwet 2025-2027 .
• We geven uitvoering aan het UVP Vitaal en Krachtig ouder worden 2025-2027 .

Financiën Passende aanvullende zorg

 
Binnen deze doelstelling zijn er geen reservemutaties die dienen te worden toegelicht.

Beïnvloedbaarheid

De grafiek hieronder laat zien welk percentage van de lasten van deze doelstelling beïnvloedbaar is.

Onder deze doelstelling vallen de wettelijke taken onder de Wmo zoals individuele begeleiding, dagbegeleiding, arbeidsmatige activering, Hulp bij het huishouden en hulpmiddelen. Voor de taken zijn meerjarige overeenkomsten afgesloten. Momenteel loopt er een aanbesteding voor de ambulante begeleiding onder deze doelstelling. Beoogde ingangsdatum van de nieuwe overeenkomsten is 2027. Het uitgangspunt voor zowel Wmo als jeugdhulp is om zoveel mogelijk cliënten uit de (dure) specialistische hulp (wettelijke taak) te houden. Om deze reden organiseren we buurtteams die naast toegang tot zorg (wettelijke taak) ook al lichte zorg kunnen bieden (geen wettelijke taak) zodat duurdere zorg voorkomen kan worden. Daarnaast hebben we verschillende partijen in de sociale basis (geen wettelijke taak) die voorkomen dat cliënten überhaupt in aanraking komen met zorg. Het organiseren op alleen wettelijke taken betekent dat er vaker duurdere specialistische hulp ingezet moet worden en waarschijnlijk ook meer cliënten zorg nodig hebben dan nu het geval is.